In een illustratie draait het om een goed verhaal. Soms is dat verhaal gegeven. Denk aan een artikel in een tijdschrift. Soms ga ik samen met de klant op zoek naar dat verhaal, zoals bij de posters voor GGD Haaglanden.
Deze posters zijn gericht op jongeren tussen de 12 en 17 jaar en worden in de klas gebruikt om bepaalde onderwerpen onder de aandacht van de jongeren te brengen. Ze hebben preventie en voorlichting als doel. Zonder zwaar op de hand te worden, vandaar de luchtige en visuele aanpak. De GGD Haaglanden biedt deze posters aan in combinatie met een lesbrief met suggesties voor gebruik in de klas.
Context en anekdotes
Er zijn inmiddels veertien edities gemaakt, over uiteenlopende thema’s als sociale media, omgaan met elkaar, vrije tijd, omgaan met geweld op school, thuis en op straat, seksualiteit, fit zijn en bewegen, acceptatie en inclusiviteit, geestelijke gezondheid en geld.
De allereerste stap voor het maken van de posters is om samen met de verantwoordelijke bij de GGD en een aantal inhoudelijk deskundige partners om tafel te zitten en te bespreken welke onderwerpen er binnen het thema aan de orde moeten komen.
Tijdens deze bespreking ben ik op zoek naar context, concrete situaties waar jongeren mee te maken krijgen en naar anekdotes en verhalen die een inkijkje geven in hun leven. En omdat de deskundigen ook allemaal met jongeren werken, komen daar interessante voorbeelden en uitspraken uit die meer dan eens op de posters belanden.
Nog geen beeld
En dan heb ik genoeg aan het verhaal, aan woorden. Ik ben (nog) niet op zoek naar beeld, dat komt later. En dat is soms lastig want mensen denken snel een ‘plaatje’ voor zich te zien. Bijvoorbeeld bij het begrip ‘zelfbeeld’. Wie denkt er dan niet aan een spiegel waarin iets anders te zien is dan in werkelijkheid het geval is? Maar dat is maar één manier om ‘zelfbeeld’ weer te geven.
De sleutel ligt in de vraag: wat wil je overbrengen? Want wat nou als je eigenlijk vooral wilt zeggen: “je zelfbeeld is niet uit steen gehouwen, het kan veranderen, je hebt er invloed op”. Dan krijg je een heel ander plaatje.
Dus alleen een onderwerp of begrip geven is niet genoeg. Ik wil weten: welk punt wil je maken? Hoe praten jongeren over dit onderwerp? Wat wil je dat ze met jouw informatie weten, denken en doen? En hoe breng je die informatie op een manier dat het de jongeren aanspreekt.
Denken in scènes
Pas als dat uitgekristalliseerd is, is het tijd om te schetsen. In de eerste ‘krabbels’ verken ik het onderwerp, laat ik de anekdotes voor mijn geestesoog afspelen, hoe ziet het eruit? In wat voor setting speelt het zich af, wat voor types zijn erbij betrokken? Waar ligt de nadruk op, hoe expliciet leg je iets uit? Wat kan in beeld, wat in een dialoog? Wat laat je aan de fantasie of aan de docent over om te bespreken?
Uit deze krabbels maak ik een keuze die ik uitwerk tot scènes. Op een groot vel schuif ik net zo lang met de scènes tot ik een aantrekkelijk en betekenisvol geheel heb.
Evenwicht zoeken
De krabbels worden dus langzaamaan illustraties. Ik check of ik alle besproken onderwerpen op een op andere manier behandel. Ik doe aanzetjes voor wat later in een lesbrief terecht kan komen zoals vragen die je kunt stellen om het gesprek op gang te brengen. Dat is het moment waarop ik mijn geschetste illustraties en de lay-out van de poster voorleg aan de GGD en de deskundigen.
Omdat preventie en voorlichting het doel is, zoeken we telkens naar evenwicht tussen positieve en negatieve aspecten van een thema. Het moet niet te zwaar worden, want de meeste jongeren hebben of ervaren geen problemen met de onderwerpen die aan bod komen, je wilt ze alleen wel bespreekbaar maken. Zonder een leerling een probleem aan te praten of op een idee te brengen. Die balans wordt goed bewaakt.
Na de beoordeling en goedkeuring van inhoud en uitwerking door de GGD en de partners maak ik de illustraties definitief. Ik probeer kleuren uit, digitaliseer de tekeningen door ze in Procreate te verfijnen, schrijf de teksten en voeg alles samen tot één poster.
Posters gaan leven
Het leuke van deze posters is dat ze niet klaar zijn als ze van de drukker komen. Dan begint het pas. De posters zijn gespreksstarters. Ik heb dat een keer mogen meemaken tijdens een les. Ze komen dan echt tot leven met een aantal simpele vragen: Wat zie je? Wat wordt er volgens jou bedoeld? Doe of denk jij ook zo? Ervaar jij het ook zo? Wat vind je daarvan? Hoe zou jij reageren?
Meer lezen over mijn illustratieproces? Elk kwartaal beschrijf ik de totstandkoming van een illustratieproject. Aan de hand van de schetsen, uitprobeersels en verschillende versies. Ik geef je inzicht in mijn overwegingen en keuzes die tot het uiteindelijke resultaat leiden. Wil je een bericht ontvangen als er een nieuw artikel online staat? Schrijf je in voor de nieuwsbrief Was getekend.